ROEM wil de juiste informatie verzamelen van de juiste persoon op het juiste moment. Hier gaan we even in op wie die juiste personen dan wel kan zijn.
De lerende (symbool L) is erg goed geplaatst om een evaluatie te maken. Hij kan dat voorafgaand aan een leeractiviteit doen, maar ook nadien. Vaak gebeurt een eerste evaluatie door de cursist: we peilen hier naar de inhoud, leerbegeleider, organisatie, toepassingsintentie ...
We voorzien hier ook een mogelijke rol voor de leerbegeleider of trainer (Symbool T): hij kan de voorkennis van de lerenden in kaart brengen, maar ook de groepsmotivatie of hun 'vertrouwen' om het geleerde toe te passen.
Follow-up evaluatie gebeurt enerzijds door de cursist over het daadwerkelijke gebruik van het geleerde op de werkvloer, maar ook collega's of peers (symbool P) kunnen hier een rol spelen. Zij hebben vaak een goed zicht op het gedrag van de lerende.
Eenzelfde rol zien we weggelegd voor de direct leidinggevenden (symbool D). Ook zij kunnen een goed zicht hebben over wat er op de werkvloer gebeurt. Zij hebben samen met het senior management een idee of het effectieve gedrag van lerenden bijdraagt tot het behalen van de bedrijfsdoelstellingen, m.a.w. of het geleerde de nodige impact heeft.